Statuten

STATUTENWIJZIGING

Stichting Huurdersalliantie De Brug
2022.0026.36/S.C.A.

 

Heden, zes april tweeduizend drieëntwintig (06-04-2023), verscheen voor mij, mr. xxxx xxxx xxxxxx notaris te rxxxxxxxxxxx:

xxxxxx xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxxx, geboren te xxxxxxxxxxxxxxxx op xxxxx xxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxx (xx-xx-xxxxx), werkzaam ten kantore van mij, notaris, kantoorhoudend te kantoorhoudende te xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx , te dezen handelend als gemachtigde van de stichting:

STICHTING HUURDERSALLIANTIE DE BRUG, statutair gevestigd te Rotterdam, met adres 2906 AH Capelle aan den IJssel, Meidoornveld 192, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 61214108, Stichting Huurdersalliantie De Brug hierna ook te noemen: "de stichting".

STATUTENWIJZIGING

De comparant in haar gemelde hoedanigheid verklaarde dat bij besluit van het bestuur buiten vergadering, gehouden op eenentwintig februari tweeduizend drieëntwintig (21-02-2023), is besloten om de statuten van de stichting algeheel te wijzigen alsmede dat zij is gevolmachtigd om dat besluit ten uitvoer te leggen, waarvan blijkt uit het aan deze akte te hechten exemplaar van het besluit buiten vergadering met de daarbij behorende volmacht.

De comparant in haar gemelde hoedanigheid verklaarde bij deze, ter uitvoering van gemelde besluiten van gemelde vergadering, de statuten van de stichting algeheel te wijzigen als volgt:

 

Statuten

NAAM EN ZETEL

Artikel 1

1.        De stichting is genaamd: Stichting Huurdersalliantie De Brug.

2.        De stichting is gevestigd in de gemeente Rotterdam.

3.        De stichting is werkzaam binnen het werkgebied van Stichting Havensteder, gevestigd te Rotterdam (hierna te noemen: "Havensteder").

 

DOEL, MIDDELEN EN VERMOGEN

Artikel 2

1.        De stichting heeft als doel op het gebied van de volkshuisvesting de belangen te behartigen van huurders van woongelegenheden in eigendom of beheer van Havensteder, welke behartiging zich voornamelijk richt op deze woongelegenheden en de woonomgeving.

2.        De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door:

a.         het voeren van overleg met Havensteder en het uitoefenen of waarnemen van een aantal rechten en bevoegdheden op basis van de vigerende wetgeving (thans: de Wet op het overleg huurders verhuurder en het Besluit beheer sociale huursector) en een af te sluiten samenwerkingsovereenkomst tussen de stichting en Havensteder;

b.        het betrekken van huurdersorganisaties of bewonerscommissies als bedoeld in de Wet op het overleg huurders verhuurder door middel van _ periodiek raadplegen en informeren ten aanzien van standpuntbepaling; _

c.         het al dan niet via de huurdersorganisaties of bewonerscommissies als hiervoor onder b. genoemd op de hoogte houden van de huurders van Havensteder van haar activiteiten;

d.        het bieden van bestuurlijke en inhoudelijke ondersteuning van bewonerscommissies als bedoeld onder b.;

e.         het bieden van de mogelijkheid aan alle huurders van Havensteder zich via de huurdersorganisaties als bedoeld in artikel 3, aan te sluiten bij de stichting;

f.         alle andere wettige middelen die het doel van de stichting kunnen bevorderen.

3.        De wijze waarop de huurders bij de standpuntbepaling als bedoeld onder b van lid 2 worden betrokken en op de hoogte worden gehouden van de activiteiten van de stichting als bedoeld onder c van lid 2, wordt vastgelegd in een reglement, welke regeling in elk geval inhoudt dat het bestuur ten minste één keer per jaar een vergadering uitschrijft voor de huurders waarin het verantwoording aflegt van zijn activiteiten in het verstreken jaar en zijn plannen voor het eerstvolgende jaar bespreekt.

4.        Het vermogen van de stichting kan worden gevormd door:

a.         bijdragen van hen, die met het doel van de stichting sympathiseren;

b.        bijdragen van hen in wier belang de stichting werkzaam is;

c.         subsidies;

d.        erfrechtelijke verkrijgingen en schenkingen;

e.         opbrengsten van activiteiten van de stichting;

f.         alle andere baten; en

g.        geldelijke bijdragen van Havensteder in het kader van de overlegwet.

5.        Nalatenschappen kunnen door de stichting slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

Artikel 3

Het bestuur besluit voor welke huurdersorganisaties als bedoeld in artikel 2 onder b zij de middelen van de stichting inzet.

ORGANISATIE

Artikel 4

De stichting kent de navolgende organen:

o    het bestuur, zie artikel 5;

o    de Raad van Advies, zie artikel 21.

BESTUUR (SAMENSTELLING, BENOEMING EN SCHORSING)

Artikel 5

1.        Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie en ten hoogste dertien natuurlijke personen.

2.        Mocht(en) in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het overblijvende bestuurslid niettemin een geldig bestuur. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij de Raad van Advies. Deze is dan verplicht zo spoedig mogelijk in het bestuur te voorzien.

3.        De leden van het bestuur genieten als zodanig geen beloning voor hun werkzaamheden. De leden van het bestuur hebben wel recht op een vrijwilligersvergoeding voor hun bestuurswerkzaamheden, conform de fiscaal vrijgestelde vrijwilligersvergoeding voor bestuurders.

Artikel 6

1.        Het bestuur vormt een representatieve afspiegeling van de huurders die het vertegenwoordigt.

2.        Het bestuur stelt een profielschets voor de omvang en samenstelling van het bestuur vast, rekening houdend met de aard en het doel van de stichting, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van het bestuur.

3.        De leden van het bestuur worden door het bestuur benoemd op een voordracht. Vanuit een samenwerkingsverband van de in artikel 2 bedoelde huurdersorganisaties kan op verzoek een bindende voordracht voor de benoeming van bestuursleden worden gedaan. Bij de voordracht van functionarissen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de beschikbare profielschets.

4.        Wordt door de huurdersorganisaties binnen drie maanden geen gehoor gegeven aan de uitnodiging tot het doen van een voordracht zoals bedoeld in lid 3, dan is het bestuur vrij om zelf tot werving en benoeming over te gaan.

5.        Voor zover noodzakelijk wordt aan ieder van de bestuursfuncties een functieprofiel gekoppeld op basis waarvan de bindende voordrachten kunnen worden gedaan. Dat betekent dat voor een functie meerdere voordrachten kunnen plaatsvinden waarbij de best kwalificerende voordracht de voorkeur heeft. Het bestuur stelt betrokkenen tijdig op de hoogte dat zij een bindende voordracht kunnen doen. De procedure voor het opstellen van het functieprofiel voor een vacante bestuursfunctie is geregeld in het huishoudelijk reglement.

6.        Wordt een bindend voorgedragen persoon door het bestuur niet benoemd (nadat hierover bindend advies is ingewonnen bij de Raad van Advies als bedoeld in artikel 21), dan moet aan de voordragende instantie om een nieuwe bindende voordracht worden gevraagd.

7.        Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een vicevoorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De functie van voorzitter kan, behoudens met die van vicevoorzitter, tezamen met een andere functie worden gecombineerd.

Artikel 7

1.        De leden van het bestuur van de stichting mogen niet zijn bestuurder, oprichter, aandeelhouder, toezichthouder of werknemer van een organisatie waarmee de stichting op structurele wijze op geld waardeerbare rechtshandelingen verricht of die eenzelfde of gelijksoortig doel heeft als de stichting.

2.        Lid van het bestuur kan in elk geval niet zijn:

a.         een persoon in dienst van Havensteder;

b.        een persoon die deel uitmaakt van het bestuur of de raad van commissarissen van Havensteder;

c.         een persoon die deel uitmaakt van de adviesraad van Havensteder.

Artikel 8

1.        Een lid van het bestuur treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden.

2.        Wie benoemd wordt in de plaats van een tussentijds afgetreden lid van het bestuur neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.

3.        Een op grond van lid 1 van dit artikel afgetreden lid van het bestuur kan worden herbenoemd. Bij herbenoeming worden dezelfde regels in acht genomen die voor benoeming gelden.

Artikel 9

1.        Een lid van het bestuur kan worden geschorst of ontslagen door het bestuur.

2.        Voor een besluit tot ontslag is een meerderheid van ten minste twee/derden vereist in een vergadering waar alle leden van het bestuur aanwezig zijn. Verkeert een lid van het bestuur in de onmogelijkheid aan deze vergadering deel te nemen, dan kan niettemin een geldig besluit worden genomen door de aanwezige leden van het bestuur mits de reden van het niet aanwezig zijn van het desbetreffende lid van het bestuur in het besluit wordt genoemd. Het betrokken bestuurslid wordt vooraf in de gelegenheid gesteld over het voorgenomen besluit te worden gehoord.

3.        Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.

Artikel 10

1.        Het bestuurslidmaatschap eindigt door:

○         overlijden van een bestuurslid;

○         verstrijken van de mogelijkerwijze vastgestelde duur van benoeming;

○         aftreden volgens rooster;

○         schriftelijke ontslagneming met inachtneming van een redelijke termijn;

○         ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek. De rechtbank kan hangende het onderzoek, voorlopige voorzieningen in het bestuur treffen en de bestuurder schorsen.

2.      Een door de rechtbank ontslagen bestuurder kan gedurende de uit de wet volgende termijn geen bestuurder van een stichting worden.

BESTUURSBEVOEGDHEID

Artikel 11

1.        Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.

2.        Bij de vervulling van hun taak richten de bestuursleden zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie.

3.     Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk  medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij daartoe besloten is met een meerderheid van ten minste drie vierde (3/4e ) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

4.        Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal, niet eerder dan één (1) week en niet later dan vier (4) weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp kan worden besloten met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4e) van de uitgebrachte stemmen mits ter vergadering ten minste de helft van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.

5.        Het bestuur dient tot de navolgende rechtshandelingen te besluiten met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4e) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn:

○         het (ver)huren van onroerende zaken of van andere registergoederen;

○         het aangaan van geldleningen met de stichting als schuldenaar;

○         het ter leen verstrekken van gelden;

○         het aanstellen van een werknemer voor bepaalde of onbepaalde tijd, het toekennen aan een werknemer van een vast jaarsalaris dan wel andersoortige beloning, het verlengen of wijzigen van een arbeidsovereenkomst en het ontslaan van een werknemer;

○         het aangaan van overeenkomsten - voor zover niet als standaardbepaling in contracten voorkomende -, krachtens welke eventuele geschillen zullen worden onderworpen aan arbitrage of aan bindend advies, zomede het aangaan van vaststellingsovereenkomsten;

○         het voeren van gedingen - zo eisende als verwerende - hetzij ten overstaan van de gewone rechter, hetzij bij wege van arbitrage, hetzij ter verkrijging van een bindend advies, met uitzondering evenwel van het

nemen van die rechtsmaatregelen, welke geen uitstel gedogen of van louter conservatoire aard zijn en voorts met uitzondering van het nemen_ van maatregelen tot inning van geldvorderingen uit hoofde van door de _

stichting geleverde goederen of verrichte diensten;

○         het aanvragen van surséance van betaling of faillissement van de stichting;

○         het aangaan, beëindigen en wijzigen van samenwerkingsovereenkomsten;

○         het verlenen, wijzigen en intrekken van procuratie en het toekennen of ontnemen van een doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid;

○         het aanschaffen van vaste activa boven een door het bestuur vastgesteld bedrag, per aanschaffing beoordeeld;

○         het vaststellen van het jaarplan en de begroting, alsmede het aangaan van overeenkomsten die leiden tot uitgaven die het kader van de normale bedrijfsuitoefening te buiten gaan en/of niet genoemd zijn in het jaarplan casu quo de begroting, zoals vastgesteld door het bestuur;

○         het verrichten van rechtshandelingen, voor zover niet reeds onder een van de vorige nummers vallende, waarvan het belang of de waarde voor de Stichting een door het bestuur vastgesteld bedrag te boven gaat of waardoor de Stichting voor langer dan één jaar wordt verbonden. Het in lid 4 van dit artikel bepaalde is op deze besluitvorming van overeenkomstige toepassing.

6.  De leden van het bestuur doen opgave van hun nevenfuncties, waaronder - maar niet beperkt tot - bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Indien en voor zover hier sprake van is, dient een bestuurslid melding te doen van de zakelijke banden tussen de stichting en een andere rechtspersoon of onderneming waarmee het betreffende lid - direct dan wel indirect - persoonlijk betrokken is. Het desbetreffende lid dient zich voorts van de beraadslaging en besluitvorming met betrekking tot deze rechtspersoon of onderneming te onthouden. De aanwezigheid van het desbetreffende lid telt in dat geval niet mee ter bepaling of het vereiste quorum voor besluitvorming is behaald.

7.  Het bestuur stelt een plan van aanpak vast omtrent de besluitvorming en de werkwijze van het bestuur waaronder begrepen de interne informatievoorziening. Het plan behelst onder meer met welke taak ieder bestuurslid meer in het bijzonder zal zijn belast.

Het bestuur stelt met inachtneming van de doelstelling van de stichting een plan inzake adequaat risicobeheersing- en controlesysteem op en herziet dit plan zo nodig.

9.    Besteding van de middelen dient overeenkomstig de begroting plaats te vinden. Van de begroting afwijkende bestedingen dienen te worden gedekt door een daartoe strekkend bestuursbesluit.

10.     Het bestuur heeft een procedure op basis waarvan belanghebbenden klachten kenbaar kunnen maken, een integriteitsbeleid en een fraudebeleid.

11.     Het bestuur draagt zorg voor de handhaving van de integriteits- en ethische normen zoals vastgelegd in het integriteitsbeleid en stelt een procedure vast voor handhaving van de integriteits- en ethische normen en hoe om wordt gegaan met schending van deze normen.

12.     Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, adressen en geboortedata alsmede (indien mogelijk) een telefoonnummer en persoonlijk e-mailadres van de bestuursleden en andere betrokkenen bij de stichting zijn opgenomen, een en ander op een door het bestuur aan te geven wijze. In het register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de stichting noodzakelijk zijn.

VERTEGENWOORDIGINGSBEVOEGDHEID

Artikel 12

1.        De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur dan wel door twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur.

2.        Aan ieder bestuurslid kan door het bestuur beperkte of algehele volmacht worden gegeven voorzover het de uitoefening van diens taak betreft.

3.        De beperking van de bestuursbevoegdheid in lid 3 van het vorige artikel geldt mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging.

4.        De in het vorige lid vermelde beperking kan slechts door de stichting worden ingeroepen.

5.        Indien binnen het bestuur nauwe familie- of vergelijkbare relaties bestaan, wordt er door de overige bestuursleden op toegezien dat bij vertegenwoordiging en handelingen met aanzienlijke financiële gevolgen een ander bestuurslid betrokken is.

BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN

Artikel 13

1.        De bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de stichting haar zetel heeft; met instemming van alle bestuursleden kan een vergadering ook elders worden gehouden of op de in de volgende volzin beschreven wijze. Onder een vergadering wordt tevens verstaan het deelnemen aan het gesprek via telefoon, conference call, video conferencing of andere digitale verbinding, mits de identiteit van de niet-lijfelijk aanwezige(n) voldoende kan worden vastgesteld en in notulen of het verslag daarvan melding wordt gemaakt.

2.        leder kalenderkwartaal wordt ten minste één vergadering gehouden.

3.        Voorts wordt een vergadering gehouden wanneer de voorzitter dit nodig acht.

4.        Wanneer een lid van het bestuur het nodig acht dat een vergadering wordt gehouden, kan hij de voorzitter schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten verzoeken een vergadering bijeen te roepen. Geeft de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg dan is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen op de wijze waarop volgens deze statuten de voorzitter een vergadering bijeenroept. Aan een dergelijk verzoek wordt in elk geval geacht geen gevolg te zijn gegeven indien de vergadering niet binnen drie weken na het verzoek wordt gehouden.

Artikel 14

1.        Behalve wanneer overeenkomstig het vierde lid van artikel 13 de vergadering door een lid van het bestuur wordt bijeengeroepen, geschiedt de oproeping tot de vergadering door de voorzitter.

2.        De oproeping gebeurt met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, waarbij de dag van de oproeping en die van de vergadering niet worden meegerekend.

3.        De oproeping gebeurt schriftelijk waarbij worden vermeld de plaats en het tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen of - indien de vergadering plaatsvindt op de in artikel 13 lid 1 tweede volzin bedoelde wijze de noodzakelijke technische instructies en het tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen.

4.        Ten minste eenmaal per jaar bespreekt het bestuur in een bijeenkomst zijn eigen functioneren.

5.        Eenmaal per jaar vinden er evaluatiegesprekken met alle leden met ten minste de voorzitter en de secretaris van het bestuur plaats.

Artikel 15

1.        De vergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door de vicevoorzitter. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de vice- voorzitter bepalen de aanwezige bestuursleden wie de vergadering zal leiden.

2.        Van hetgeen besproken en besloten is, worden door de secretaris notulen gemaakt. Deze notulen worden door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan door de voorzitter van de desbetreffende vergadering ondertekend.

3.        Het bestuur kan ter vergadering slechts besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Besluiten kunnen slechts worden genomen over onderwerpen die bij de oproeping zijn meegedeeld.

4.        Zijn echter ter vergadering alle in functie zijnde leden van het bestuur aanwezig, dan kunnen besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en het houden van vergaderingen niet in acht genomen.

Artikel 16

1.        Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle besluiten van het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

2.        Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een schriftelijk daartoe gevolmachtigd medebestuurslid laten vertegenwoordigen. Een bestuurslid kan slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.

3.        Indien in een vergadering als 15 lid 3 bedoelt het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, zal, niet eerder dan twee weken maar niet later dan vier weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over de voor de eerste vergadering geagendeerde onderwerpen kan worden besloten ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.

4.        Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de rechtspersoon en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. Een lid mist stemrecht over zaken die dat lid persoonlijk betreffen en wordt ter zake van een desbetreffend voorstel niet meegeteld ter vaststelling of aan de eis van artikel 15 lid 3 (het quorum) is voldaan.

5.        In het geval dat door het niet deelnemen aan de besluitvorming vanwege belangenverstrengeling geen besluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.

6.        Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden hun stem schriftelijk voor het voorstel hebben uitgebracht. Een dergelijk voorstel dient schriftelijk te worden gedaan. Schriftelijk betekent in dit verband bij brief of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar (al dan niet digitaal) communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen. Van een aldus genomen besluit wordt, onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden, door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.

7.        Ieder bestuurslid heeft recht tot het uitbrengen van één (1) stem. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een van de stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.

8.        Blanco en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Degenen die blanco of ongeldig hebben gestemd blijven meetellen voor het quorum. Indien de stemmen staken en niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst. Indien de stemmen dan wederom staken, is het voorstel verworpen.

9.        Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming, dan wel omtrent de inhoud van een genomen besluit - voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel - is beslissend.

10.     Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een lid van het bestuur dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

BOEKJAAR, JAARSTUKKEN EN BEGROTING

Artikel 17

1.        Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.

2.        Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de rechtspersoon en alles betreffende de werkzaamheden van de rechtspersoon, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend.

3.        Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van de baten en lasten van de Stichting te maken en op papier te stellen. Deze stukken worden tezamen ook genaamd "jaarstukken".

4.        De jaarstukken als in het vorige lid bedoeld worden door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan door alle bestuursleden ondertekend. Het besluit tot vaststelling dient genomen te worden met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4e) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Indien een handtekening ontbreekt wordt de reden daarvan op het desbetreffende stuk vermeld. Het bestuur is bevoegd van de jaarstukken een accountantsrapport te doen opmaken. Het in artikel 11 lid 4 bepaalde is op deze besluitvorming van overeenkomstige toepassing.

5.        Na de vaststelling door het bestuur wordt direct aansluitend een besluit genomen omtrent decharge van de bestuursleden, behalve voor hetgeen niet uit de boeken blijkt.

6.        Het bestuur is verplicht de in de leden 2. en 3. bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers zeven (7) jaren te bewaren. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

7.        Indien zulks als voorwaarde voor subsidieverlening gesteld wordt, worden de jaarstukken ter kennisneming toegezonden aan de subsidiërende organisatie of instelling.

8.        Jaarlijks, zo mogelijk vóór de afloop van het lopende boekjaar doch uiterlijk één (1) maand na het begin van het nieuwe boekjaar stelt het bestuur een jaarplan en de begroting met betrekking tot het nieuwe boekjaar vast.

STATUTENWIJZIGING, FUSIE, SPLITSING EN OMZETTING

Artikel 18

1.        Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe, alsmede het besluit tot fusie, splitsing en omzetting, moet worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4e) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.

2.        Indien in een vergadering als lid 1 bedoeld het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na twee (2) weken maar uiterlijk binnen vier (4) weken na de eerste vergadering een tweede vergadering

worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp met ten minste drie/vierde (3/4e) van de uitgebrachte stemmen kan worden besloten mits ter vergadering ten minste de helft van de bestuursleden als in artikel 12 lid 1 bedoeld, aanwezig of vertegenwoordigd is.

3.        Wijziging van de statuten, fusie, splitsing en omzetting moeten op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Iedere bestuurder is bevoegd die akte te ondertekenen.

4.        Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging, fusie, splitsing of omzetting alsmede zo nodig de doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 19

1.        Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 18 lid 1 en 18 lid 2 van overeenkomstige toepassing.

2.        De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit ter vereffening van haar vermogen nodig is.

3.        De vereffening geschiedt door het bestuur; het bestuur is echter bevoegd eenof meer vereffenaars te benoemen.

4.        De vereffenaars dragen er zorg voor, dat de ontbinding van de stichting wordt ingeschreven in het handelsregister.

5.        Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en het eventuele reglement van kracht.

6.        Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting, te bepalen door het bestuur.

7.        Na afloop van de vereffening blijven de boeken gedurende zeven (7) jaren berusten onder een door het bestuur aan te wijzen bewaarder.

REGLEMENT(EN)

Artikel 20

1.        Het bestuur is bevoegd een of meer reglementen vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat. Daarbij wordt ten minste een reglement samengesteld op grond waarvan de ruggespraak met de 'achterban' is georganiseerd.

2.        Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.

3.        Het bestuur is te allen tijde bevoegd een vastgesteld reglement te wijzigen of in te trekken.

4.        Voor besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement is een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen vereist.

RAAD VAN ADVIES

Artikel 21

1.        De stichting kan een Raad van Advies hebben voor welke een separaat reglement wordt opgesteld.

2.        Het bestuur heeft een volwaardige inspanningsverplichting om steeds te zorgen dat aan de mogelijkheid een Raad van Advies te hebben invulling wordt gegeven:

a.         door tijdig en frequent te werven;

b.        door periodiek organisaties uit de achterban te benaderen om aspirant- leden van de Raad van Advies te leveren;

c.         door jaarlijks uit de jaarvergadering met huurders functionarissen te laten aanwijzen.

3.        De Raad van Advies heeft ten doel om de procedure die is gevolgd om te komen tot advies- en/of instemmingsbrieven aan de verhuurder, alsmede mondeling verstrekte adviezen en instemmingen procedureel op totstandkoming te toetsen. Daarnaast dient hij als sparringpartner van het bestuur van de stichting.

4.        De Raad van Advies bestaat uit minimaal vier leden en maximaal acht leden.

5.        Leden dienen huurder te zijn van Havensteder.

6.        De zittingstermijn van een lid van de Raad van Advies bedraagt maximaal vier jaren, te verlengen met een termijn van maximaal vier jaren.

7.        Benoeming van een lid in de Raad van Advies geschiedt door de Raad van Advies op voordracht van huurdersorganisaties/gebiedsorganisaties en met instemming van de jaarvergadering. De jaarvergadering volgens de Wet op het overleg huurders verhuurder, is daarnaast bevoegd tot het doen van een bindende voordracht bij meerderheid van stemmen. Ontslag van leden van de Raad van Advies alsmede schorsing geschiedt bij meerderheid van stemmen binnen de Raad van Advies. Daarnaast is de jaarvergadering bevoegd tot het ontslaan van de leden van Raad van Advies.

Artikel 22

In alle gevallen, waarin noch de wet noch de statuten of verdere reglementen voorzien, beslist het bestuur.

EINDE STATUTENWIJZIGING.

Slot akte.

De verschenen persoon is mij, notaris, bekend, en de identiteit is door mij, notaris, aan de hand van een identiteitsdocument zoals bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht vastgesteld.

WAARVAN AKTE in minuut is verleden te Wassenaar, op de datum, in het hoofd van deze akte vermeld.

Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant en het geven van een toelichting daarop, heef de comparant verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte gelegenheid te hebben gehad om van de inhoud van deze akte kennis te nemen en daar van ook kennis te hebben genomen, met de inhoud van deze akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.

Onmiddellijk na voorlezing van in elk geval die gedeelten van deze akte, waarvan de wet voorlezing verplicht stelt, is deze akte vervolgens eerst door de comparant en onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend.

(Volgt ondertekening.)

UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT